Voorzitter NOC*NSF Anneke van Zanen-Nieberg signaleert tien kansen voor verenigingen

In een tijd waarin de wereld snel een stuk kleiner is geworden, zien we de behoefte van mensen om zich te verbinden. Om samen te komen – eventueel digitaal – met gelijkgestemden. Tot dusver heeft dat zich nog niet vertaald naar een toeloop van nieuwe leden bij verenigingen en organisaties, terwijl de vraag naar verbinding er zeker wel is. In een rondje langs de verenigingsvelden proberen we te achterhalen hoe dit komt en wat verenigingen wél kunnen doen om hun toegevoegde waarde te laten zien. Een gesprek met Anneke van Zanen-Nieberg, voorzitter van NOC*NSF, over de kansen die er voor (sport)verenigingen wel degelijk liggen.

Door de wol geverfde bestuurder met passie voor de sport

Wandelend van haar woonhuis in Den Haag naar het strand lopen we langs een sportcomplex waar Anneke de sporthal van ‘haar’ handbalclub Hellas beheert. Het is kenmerkend: ze is al jaren op vrijwillige basis actief in de sport en vindt oprecht dat sport van en voor iedereen is. Ze verlaat Baker Tilly, een accountants- en belastingadvieskantoor waar ze bestuursvoorzitter was om zich met passie én een bak bestuurlijke ervaring in te zetten voor de Nederlandse sport bij het NOC*NSF .

Knappe bestuurder die het hele palet aan activiteiten van NOC*NSF aan elkaar rijgt: van topsport op Olympisch niveau tot recreantensport in een zaaltje achteraf. Van grote strak georganiseerde sportbond KNVB tot start-up sportbond de skateboardfederatie. En van grote maatschappelijke thema’s zoals discriminatie, onveiligheid en duurzaamheid tot dagelijkse beslommeringen op clubniveau.

Open voor de wereld

De basis om dit goed te doen is volgens Anneke open staan voor alle sporten en voor iedereen. Het ene moment praat ze met bestuurders van de KNVB in de Skybox, het andere moment staat ze met een biertje tussen de ADO Den Haag supporters in het F vak. Ze neemt ook rustig een kijkje bij een jeu de boules vereniging, alle sporten zijn haar lief. Bij een open houding hoort ook het gesprek aangaan: met een minister, een beroepsvereniging voor accountants of met twee dames van Seizoen Vijf om te praten over kansen voor (sport)verenigingen. Want die zijn er volop.

De 10 belangrijkste kansen voor (sport) verenigingen opgetekend uit het levendige gesprek met Anneke van Zanen-Nieberg.

1. Sluit je aan bij de veranderde behoefte van je leden
Consumenten verwachten dat je mee verandert met hun behoeften en daar wringt het nogal eens. De competitie en trainingsschema’s bij veel clubs stammen nog uit de tijd dat er geen internet was en dat mensen het prima vonden om eindeloos op hun club te bivakkeren. Kinderen willen nu niet meer persé 2x per week trainen en een hele zaterdag kwijt zijn aan competitie. Ze willen misschien ook af en toe een andere sport doen of een YouTube filmpje leren maken. Ouders willen niet verplicht worden om structureel taken op de club te doen. Ze denken wel drie keer na voordat ze ja zeggen tegen een zware bestuursfunctie. Dus kijk of je je trainings- en wedstrijdaanbod kan aanpassen en of je vrijwilligers op kleinere meer afgebakende stukjes in kan zetten.

2. Kijk naar alternatieven voor het contributiemodel
Jaarlijks een fors ‘all inclusive’ bedrag betalen gaat nog uit van het volledige pakket van 2x per week trainen en een dag in het weekend competitie spelen. Als je bereid bent je aanbod aan te passen, doe dat dan ook met je contributie. Geef leden meer keuzevrijheid, meer controle over wat ze betalen. Ze zijn prima bereid om bijvoorbeeld per training of per toernooi te betalen. Het zou maar zo kunnen zijn dat al die losse trainingen per saldo nog wel eens voordeliger voor de club zou kunnen uitpakken. Sommige clubs experimenteren hier al mee en laten de trainer na afloop een tikkie sturen. Op die manier zorgt een trainer er wel voor dat zijn lessen vol zitten en mensen terugkomen! Als club moet je er misschien over nadenken of je dat tikkie niet beter zelf kan sturen en de trainer een vast bedrag betaalt.

3. Durf de regels van het spel te veranderen.
Als je naar het vrouwenvoetbal kijkt valt het op dat het zelfs voor de grootste toppers moeilijk is om de bal vanaf de corner voor de goal te krijgen. Dat heeft niets met techniek of talent te maken dat is gewoon een kwestie van kracht. Waarom maak je het veld dan niet gewoon een stukje kleiner? Vraag de man die de lijnen trekt om binnen het huidige veld een nieuwe lijn te trekken!
Waarom moet je volleybal persé met 11 lange mannen of vrouwen in een team in een sporthal spelen? Het beachvolleybal is een typisch voorbeeld van een nieuwe spelvorm – in het zand- met een andere teamsamenstelling – niet 11 maar 2 mensen, regels en een lossere contributievorm. Door de regels te veranderen trek je nieuwe mensen aan.

4. Kijk of je nieuwe doelgroepen aan je kan verbinden
De meeste bonden richten zich met hun aanbod vooral op 6 –18-jarigen aangevuld met een competitie voor volwassenen tot max 50 jaar met hier en daar een veteranenteam. Maar voor ouderen is er nagenoeg niets terwijl bewegen voor hen juist zo belangrijk is! Het ouderenfonds is actief met aangepaste sportvormen voor 55+. Handbal, hockey en voetbal doen al mee. Met zo’n nieuw aanbod kun je weer een hele nieuwe groep aan je club binden. Dus denk buiten de lijnen.

5. Zoek naar creatieve samenwerkingen
Veel gemeentes zetten verschillende sportaccommodaties op een sportpark bij elkaar. Als je dan toch zo dicht bij elkaar zit, waarom bied je dan niet een Sportparkpas aan waarmee je mensen de mogelijkheid geeft om van de één naar de ander te hoppen? En waarom zou je als vereniging alles zelf moeten doen? Je kan ook bepaalde diensten zoals ICT, HR, administratie of inkoop gezamenlijk doen. Of zoek een buddy vereniging op die met je kan sparren. Een vereniging die datgene wat bij jouw vereniging nog niet goed lukt wel al voor elkaar heeft.

Soms zit samenwerking in een onverwachte hoek. Door Corona blijken opeens veel meer mensen tijd voor vissen te hebben. Daar heb je een vergunning van de Sportvisserij voor nodig. Om waarde toe te voegen voor haar leden klopte de bond aan bij natuurorganisaties die veel mooie stekjes in beschermde gebieden heeft. In ruil voor toegang tot die gebieden houden de vissers nu daar nu de visstand op peil. Win-win voor iedereen!

6. Stel je zelf open en durf te vragen
Op haar regelmatige rondjes langs sportclubs in Nederland kwam Anneke laatst op een sportclub die bekend stond als een ‘slecht georganiseerde club’. De verbazing was groot toen ze zag hoe goed ze de corona-maatregelen hadden uitgevoerd en hoe georganiseerd en netjes het eruit zag. De club vroeg zichzelf ook af waar die slechte naam vandaan kwam. Blijkbaar iets uit het verleden. Waarom vraag je dat gewoon niet aan je leden en aan de bezoekers? Het ergste wat er kan gebeuren als je een vraag stelt is immers dat je een antwoord krijgt.

Een ander voorbeeld. Veel clubs stoppen hun geld en aandacht in het technische kader: trainers, velden, zalen. Superbelangrijk maar niet genoeg om een vereniging lekker te laten draaien. Laat een HEAO’er eens naar slimmere bedrijfsprocessen kijken. Of vraag een vrije vogel mee te denken over creatieve oplossingen om de Corona maatregelen in te voeren. Bedenk dat er buiten je vereniging een wereld is aan mensen die je kunnen en ook vaak graag willen helpen. Durf te vragen!

7. Richt je vereniging in rondom wat je belangrijk vindt.
Kies wat je als vereniging echt belangrijk vindt en laat dat terugkomen in de structuur van je organisatie, maar vooral in de boodschappen die je uitzendt. Anneke neemt haar eigen organisatie als voorbeeld: “Als ik kijk naar NOC*NSF dan merk ik dat onze organisatie vooral wordt geassocieerd met topsport en daarmee de boodschappen over TeamNL. Maar naast topsport zijn er nog 2 andere belangrijke pijlers: participatie en internationaal. Zeker de participatie-kant, soms ook breedtesport genoemd, is minder zichtbaar en blijft daardoor onderbelicht, terwijl er enorm veel gebeurt. In deze corona-tijd hebben we in ieder geval de kracht van de infrastructuur laten zien en gecommuniceerd. Wij zullen ons inspannen om die aandacht vast te houden.”

8. Richt de processen van je vereniging handig in
Je ziet dat veel bestuurders van clubs er lang zitten en dat de kennis allemaal in hun hoofd zit. Als je al iemand voor de opvolging kan vinden is inwerken tijdsintensief en dreigt veel kennis verloren te gaan. Je kan op dat vlak best veel leren van studentenverenigingen: elk jaar treedt daar weer een nieuw onervaren bestuur aan. Hoe doen zij die overdracht, met welke draaiboeken en vangnetten werken zij?

Als het lastig is om vrijwilligers te vinden voor grote klussen, deel die klussen dan op in kleinere taken en laat mensen daarop intekenen. Een bardienst draaien of bij de deur posten op een feest is makkelijk toegezegd dan de rol van ‘hoofd feesten en partijen’ voor de hele club op je te nemen.

9. Zie diversiteit als een kans
Iedereen is het erover eens dat alle sporten voor iedereen toegankelijk moeten zijn. Toch blijkt keer op keer dat er nog altijd drempels zijn, die deelname in de weg staan.
Diverse teams presteren beter, dat is inmiddels door vele onderzoeken aangetoond. Als we naar sportbesturen kijken zijn die vaak nog vrij homogeen samengesteld. Vrouwen, mensen met een kleurrijke achtergrond en mensen met een beperking zijn maar beperkt aan de bestuurstafel vertegenwoordigd. De leeftijdsopbouw is daarbij vaak ook binnen een beperkte range. En hoewel veel besturen het gewoon goed doen, is het de vraag of het niet nog beter zou gaan als er meer diversiteit georganiseerd wordt. Want het risico van een ‘homogeen’ bestuur is dat je mogelijkheden en kansen vanuit andere invalshoekengewoon mist.

10. Denk na over beloning
Verenigingen draaien op bestuurders die zich jarenlang veelal onbezoldigd met ziel en zaligheid inzetten. Dat is een groot goed in Nederland. Er zit wel een grens aan. Vaak is het veel meer werk dan de tijd die er voor de functie staat. En de verantwoordelijkheden als bestuurder nemen toe. Je moet opeens wat vinden van racistische uitingen langs de lijn, reageren op ongewenst gedrag, overleggen met gemeentes of ministeries over Corona maatregelen, de pers te woord staan na een incident. Als je als voorzitter van een club gevraagd bent met een ingeschatte belasting van 1 dag per week en het worden er 2 of 3 met een steeds groter wordende verantwoordelijkheid is het wel zaak om na te denken hoe je dit oplost. Je kan taken beter verdelen over meerdere bestuursleden of overwegen om de extra dagen – die je dus ook niet aan betaald werk kan besteden- toch te vergoeden.

Nu corona het speelveld overhoop heeft gegooid, ligt er een mooie kans voor verenigingen om zichzelf onder de loep te nemen en zich klaar te maken voor de toekomst!

Impact maken met jouw vereniging?

Ook geïnspireerd door de voorbeelden van NOC*NSF voorzitter Anneke? Naar aanleiding van dit en andere uitgebreide vinger-aan-de-pols- gesprekken, signaleert Seizoen Vijf 10 trends in verenigingsland.